zaterdag 24 oktober 2009

Niet voor watjes: deel 2

D44 - Botvinnik variant

Een hyperscherpe uitvinding van de vijfde wereldkampioen GM Mikhail Botvinnik. Van alle damepion openingen is dit er één waar de materiaalbalans niet zo sterk doorweegt. Om deze reden zal het initiatief in vele partijen bepalend zijn. Voor wie aan dit spektakel wil beginnen is een grondige voorbereiding een must.

Mede door de populariteit staan gegevensbanken er vol van. O.a. L. Polugaevsky – E. Torre te Moskou 1981 en V. Ivanchuk – A. Shirov te Wijk aan Zee 1996 zijn twee memorabele wedstrijden. Ondertussen hebben vele schakers deze complexe variant tot zéér diep geannalyseerd.

1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 e6 Veld d5 krijgt nogmaals een mooie ondersteuning en de koningsloper krijgt groen licht. Door deze kenmerkende zet komen we terecht in een kruising tussen Slavisch en het klassiek damegambiet.

5.Lg5 De meest ambitieuze verderzetting en bovendien een natuurlijke ontwikkelingszet die zwart uitdaagt om de Botvinnik-variant mee op het bord te brengen.

5.... dxc4 (zie diagram 1) Angsthazen kunnen zich maar beter niet aan deze variant met enorme complicaties wagen. Diegenen die de gambietpion achterwege laten kunnen opteren voor een partij met een iets rustiger karakter. Er zijn bovendien verschillende mogelijkheden:

5.... Pbd7 = Cambridge Springs verdediging
5.... Le7 = Klassiek damegambiet
5.... h6 = De Moskou-variant

6.e4! Een standaardzet met dubbele dreiging. Eventueel Lxc4 met een ferm overwicht in het centrum of e5! waarmee wit gebruik kan maken van de eerder ontstane penning tegen Pf6.

6.... b5 Zwart klampt zich vast aan de extra pion.

7.e5 h6 De enige manier om stukverlies te voorkomen.

8.Lh4 g5 9.Pxg5!! Een orkaan op het schaakbord zal testen wie van beide spelers het best de zenuwen onder controle heeft. Strategisch en taktisch inzicht zijn dikke pluspunten in deze ingewikkelde stelling. Andere verderzettingen zijn:

a.Eveneens zéér gecompliceerd is 9.exf6 gxh4 10.Pe5 Dxf6 11.a4 Lb7 Zwart bezit het loperpaar, maar wit kan trachten voordeel uit de slechte pionnenstructuur en onderontwikkelde stelling van zijn tegenstander te halen.

b.Met 9.Lg3 blijft het witte loperpaar op het bord. Aanvalsdoelen zijn de ver gevorderde zwarte pionnen.

9.... hxg5 Het wilde 9.... Pd5?! komt tegenwoordig minder vaak voor.

10.Lxg5 Pbd7 Met beide flanken voorzien van een pionnenmeerderheid zal het aanvallen regenen. Wit is het best vertegenwoordigd op de koningsvleugel, terwijl zwart op zijn beurt een mooi pelleton heeft op de damevleugel. Merk op dat zwart ondertussen een gambiet speelt!

11.exf6 Sommige grootmeesters verkiezen hier om een andere weg in te slaan met 11.g3 Da5 12.exf6 b4 13.Pe4 La6 14.Df3 Dd5

11.... Lb7 Voorbereidend werk. Zwart heeft een lange rokade voorzien.

12.g3 c5 13.d5 Db6 14.Lg2 0-0-0 15.0-0 b4 Het pluspionnetje van wit heeft in deze stelling niet veel betekenis. Van groot belang is wie het initiatief kan veroveren en behouden. (zie diagram 2)



Veel succes, Koen Van Beylen