dinsdag 15 januari 2008

Wijk aan Zee 2008: Ronde 2

Bron: Chessbase artikel 14/01/2008

Gelfand, Boris 2737
Aronian, Levon 2739
D15 - Slavisch

1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.e3 a6 5.Pc3 b5 6.c5 Pbd7

Het aanvankelijke idee van de Slavische verdediging was de mogelijkheid te handhaven om de dameloper te ontwikkelen buiten de eigen pionnenketen. 6... Lg4 is vaak gespeeld, maar de afwezigheid van de dameloper op de damevleugel kan tot wit initiatief leiden na a4, met de permanente bedreiging van een stukoffer op b5, resulterend in een paar verbonden vrijpionnen. Aronian verkiest de ontwikkeling van de dameloper te vertragen om zelf een aanval te lanceren met de pionnen.

7.Ld3 e5 8.Pxe5 Pxe5 9.dxe5 Pg4 10.f4 Lxc5 11.Df3 Db6 12.Ke2 Steinitz, de eerste wereldkampioen probeerde aan te tonen dat de koning een nuttig stuk in het middenspel was. Later in de partij zal de blootgestelde koning een irriterend probleem vormen.

12... Ph6 13.h3 Pf5 14.g4 Pe7 15.Ld2 0–0 Wit is beter ontwikkeld en heeft een ruimtevoordeel in het centrum. Nochtans, kan hij het spel niet te vlug openen, omdat dit zijn koning aan eenvoudige aanvallen blootsteld. Bovendien, is zijn structuur in het centrum niet flexibel genoeg om een koningsaanval te lanceren.

16.Tac1

Wit kon de volgende beweging van de zwartspeler verhinderen met 16.f5, maar door het zwakke veld e5 zou zwart tegenspel verkrijgen met 16... Dc7 17.Df4 La7 18.Tac1 Dreiging van f6 gevolgd door Pxd5. 18... Td8! Wegwerken van de dreiging met als doel het centrum te openen met ... d4.

16... f6! Gespeeld in overeenkomst met de theorieën van Nimzowitsch. Een meerderheid van pionnen moet steeds deelnemen aan aanvallen.

17.exf6 Txf6 Gelfand heeft last van zijn achterblijvende pion op veld e3.

18.e4 De zwakke e-pion verdwijnt, maar de witte koning staat in de gevarenzone.

18...Ld4 19.exd5 cxd5 20.Kd1 Tf7 21.Te1 Lb7 Aronian heeft zijn ontwikkeling voltooid en heeft ruimtevoordeel verkregen. De witte koning is voorlopig in veiligheid, maar zijn aanwezigheid in het centrum belemmert enigszins de coördinatie van de witte stukken. Misschien is het te vroeg om een voordeel voor de zwartspeler te claimen, maar zijn spel is hoe dan ook makkelijker uit te voeren.

22.De2

De poging om de koning te evacueren met 22.Kc2 Lxc3 23.Lxc3 d4 24.Df2 Pd5 geeft het initiatief weg. Afhankelijk van wit behoren ... Pb4+ of ... Pxf4 tot de mogelijkheden.

22... Pg6 23.Lxg6 hxg6 24.De6 Td8 25.Dxb6 Lxb6 26.Te6 La7 Op het ogenblik lijkt het loperpaar ongevaarlijk, maar na het oprukken van de d-pion zullen zij een verwoestende druk tegen de witte koningsvleugel uitoefenen.

27.Pe2 d4 28.Pg3 d3 29.Txg6?? Wit vergist zich in de macht van de lopers.

29... Lf2! Het paard kan zich wegens matdreiging (... Lf3) niet verplaatsen.

30.La5 Lxg3 Met dreiging van schaakjes op f3 en f4. 0–1

Tot schaaks, Koen Van Beylen